Customize Consent Preferences

We use cookies to help you navigate efficiently and perform certain functions. You will find detailed information about all cookies under each consent category below.

The cookies that are categorized as "Necessary" are stored on your browser as they are essential for enabling the basic functionalities of the site. ... 

Always Active

Necessary cookies are required to enable the basic features of this site, such as providing secure log-in or adjusting your consent preferences. These cookies do not store any personally identifiable data.

No cookies to display.

Functional cookies help perform certain functionalities like sharing the content of the website on social media platforms, collecting feedback, and other third-party features.

No cookies to display.

Analytical cookies are used to understand how visitors interact with the website. These cookies help provide information on metrics such as the number of visitors, bounce rate, traffic source, etc.

No cookies to display.

Performance cookies are used to understand and analyze the key performance indexes of the website which helps in delivering a better user experience for the visitors.

No cookies to display.

Advertisement cookies are used to provide visitors with customized advertisements based on the pages you visited previously and to analyze the effectiveness of the ad campaigns.

No cookies to display.

El preterito indefinido

Wat is de preterito indefinido?

Het is een van de tijden die je het vaakst moet gebruiken. Maar wat is de preterito indefinido nu precies? De preterito indefinido gebruik je om een handeling te beschrijven die volledig in het verleden is afgerond. Hierin verschilt de indefinido dus ook van de imperfecto. Bij de indefinido is de actie wel afgerond. 

Hoe vertaal je de preterito indefinido?

Hoe je de preterito indefinido vertaald? In het Nederlands betekent deze tijd de verleden tijd. 

Preterito indefinido uitleg

De makkelijkste manier om de indefinido uit te leggen is kortgezegd een actie in het verleden die is afgerond. Maar wanneer gebruik je de indefinido nu echt? Vaak gebruik je de indefinido om te vertellen dat een actie in het verleden is begonnen en ook op een specifiek moment in het verleden is geëindigd.

  • Je gebruikt de preterito indefinido om een gebeurtenis te beschrijven op een specifiek moment in het verleden
  • Je gebruikt de preterito indefinido om een gebeurtenis in het verleden te beschrijven waarbij de gebeurtenis ook in het verleden is afgelopen.

Preterito indefinido vervoegen

Nu we weten wanneer je de indefinido moet gebruiken is het tijd om te weten hoe je de indefinido moet vervoegen. Het is hierbij van belang dat je het verschil weet tussen de indefinido bij regelmatige werkwoorden en de indefinido bij onregelmatige werkwoorden. We beginnen met de regelmatige werkwoorden in de preterito indefinido.

Hablar (praten)

  • Yo hablé = Ik sprak
  • Tu hablaste = Jij sprak
  • Él / ella / usted habló = Hij / zij / u sprak
  • Nosotros hablamos = Wij spraken
  • Vosotros hablasteis = Jullie spraken
  • Ellos / ellas / ustedes hablaron = Zij spraken

Comer (eten)

  • Yo comí = Ik at
  • Tu comiste = Jij at
  • Él / ella / usted comió = Hij / zij / u at
  • Nosotros comimos = Wij aten
  • Vosotros comisteis = Jullie aten
  • Ellos / ellas / ustedes comieron = Zij aten

Vivir (leven)

  • Yo viví = Ik leefde
  • Tu viviste = Jij leefde
  • Él / ella / usted vivió = Hij / zij / u leefde
  • Nosotros vivimos = Wij leefden
  • Vosotros vivisteis = Jullie leefden
  • Ellos / ellas / ustedes vivieron = Zij leefden

Preterito indefinido verbos irregulares vervoegen

Maar ook bij de preterito indefinido zijn er een behoorlijk aantal onregelmatige werkwoorden (verbos irregulares). Helaas ben je er met het leren van deze onregelmatige werkwoorden voor de indefinido nog niet direct. 

Bij de preterito indefinido veranderen namelijk ook de uitgangen van de onregelmatige werkwoorden. Extra veel leren dus. 

  • Hacer = Hic-
  • Haber = Hub-
  • Poner = Pus-
  • Poder = Pud-
  • Querer = Quis-
  • Venir = Vin-
  • Tener = Tuv-
  • Estar = Estuv-
  • Saber = Sup-
  • e
  • iste
  • o
  • imos
  • isteis
  • ieron
  • Decir = Dij-
  • Conducir = Conduj-
  • Producir = Produj-
  • Traducir = Traduj-
  • Introducir = Introduj-
  • Reducir = Traduj-
  • Traer = Traj-
  • e
  • iste
  • o
  • imos
  • isteis
  • eron

Signaalwoorden voor de preterito indefinido

Doordat je de preterito perfecto, preterito imperfecto en de preterito indefinido hebt, kan het lastig zijn om ze deze spaanse tijden uit elkaar te halen. Je weet hierdoor niet welke tijd dat je moet gebruiken. Dé tip? Let op de signaalwoorden!

De indefinido is namelijk makkelijk te herkennen. Doordat de afgeronde actie centraal staat bij de indefinido, dien je te letten op signaalwoorden die het verleden uitdrukken. Enkele voorbeelden?

Ayer = Gisteren
La semana pasada = Vorige week
En 1996 = In 1996
El verano pasado = Vorige week

Preterito indefinido oefeningen

Meer leren zoals de preterito indefinido?

Wil jij graag meer leren zoals de preterito indefinido? Kijk dan eens bij ander vormen van de Spaanse verleden tijd zoals de preterito perfecto en de preterito imperfecto. Wil je ook meer weten over de tegenwoordige tijd en de futuro? Dan kijk je bij alle Spaanse tijden.

De indefinido is een gebeurtenis die volledig in het verleden is afgerond. Je gebruikt de preterito indefinido dus om een specifiek moment in het verleden te beschrijven of om een actie te beschrijven die in het verleden is geëindigd.

De preterito indefinido is een Spaanse verleden tijd. Deze wordt gebruikt voor acties die in het verleden zijn begonnen en ook in het verleden zijn geëindigd. Voorbeeld:

  • Ayer hablaron = Gisteren spraken zij elkaar

De indefinido is een Spaanse verleden tijd die je gebruikt voor acties die al geëindigd zijn in het verleden.

Het vervoegen van de preterito indefinido is simpel. Voor werkwoorden die eindigen op -ar krijg je de volgende uitgangen “ é, aste, ó, amos, asteis en aron ”. Werkwoorden die eindigen op -er en -ir krijgen dezelfde uitgangen. Deze zijn; “ í, iste, ió, imos, isteis en ieron “.